11/1/2016 0 Comments Suffragette CityEr moet een moment zijn geweest dat ik me voornam nooit zoals mijn moeder en haar vriendinnen te worden. Mijn moeder, met haar korte stekeltjeshaar en make-up-loze gezicht, met haar feministische posters die pontificaal in de woonkamer prijkten, met haar vrouwencafé en haar vrouwenvormingscentrum, met haar luide stem en uitgesproken mening. Mijn moeder, die mopperde als Henny Huisman in de Miniplaybackshow weer eens alleen ‘jongens’ zei in plaats van ‘jongens en meisjes’ en die bekende liedjes verbasterde tot feministische strijdliederen met haar zanggroep ‘t Klapstuk. Ik wilde een moeder die een mantelpakje droeg, en lippenstift, en een parelketting, niet eentje die na de scheiding zomaar die mooie trouwjurk weggooide. Toch lijk ik inmiddels veel meer op mijn moeder dan ik toen voor mogelijk hield. Haar feministische opvoeding heeft duidelijk effect gehad – innerlijk althans. Uiterlijk niet; ik ben een vrouw en dat mag gevierd worden met rode lippenstift en hoge hakken. Maar ook ik mopper nu als ik sekse-ongelijkheid bespeur, ook ik maak me druk om ‘de vrouwenzaak’. Toch heb ik – op een tweetal kritische artikelen over seksistische videoclips in de Vara Gids na – het nooit aangedurfd me te profileren als feministische journaliste. Ik wilde niet te boek staan als een zure zeurkous, als iemand die ‘waarschijnlijk lelijk en daarom anti-man’ is, of als iemand waar juist wel ‘een piemel in moet’. Bang voor de mening van de buitenwereld dus. Maar nu. Keulen. De teller van aangiften staat sinds vandaag op 516, waarvan veertig procent wegens aanranding. Afgelopen weekend bleek daarnaast dat deze ‘incidenten’ op meerdere plaatsen in Europa hebben plaatsgevonden. Treurig genoeg krijgt 1 op de 3 vrouwen in haar leven te maken met seksueel geweld, maar dit is toch wel een nieuw dieptepunt. We hebben het hier over een georganiseerde aanval, waarbij honderden vrouwen werden ingesloten tot ze geen kant meer op konden. Op mijn Facebook-timeline blijft het ondertussen angstvallig stil. Waarom? Is het omdat we onze vingers niet willen branden aan iets wat (voormalige) asielzoekers wellicht in een verkeerd daglicht stelt? Is het omdat nog steeds niet duidelijk is wat er nu precies gebeurd is? Is het omdat vrouwen inderdaad – zoals de Keulse burgemeester Henriette Reker zei – een armlengte afstand hadden moeten houden? Of is het omdat iemand aanranden nu eenmaal minder erg is dan iemand afslachten met een Kalasjnikov? Vanaf 1978 werden in Nederland jaarlijks zogenaamde heksennachten gehouden, waarbij groepen vrouwen ’s nachts de straat op gingen, gewapend met fakkels en spandoeken, om de nacht ‘terug te eisen’ en te demonsteren tegen aanranding en verkrachting. "Whatever we wear and wherever we go, yes means yes and no means no!" was een van de leuzen van de demonstranten. Op het hoogtepunt deden wel 1500 vrouwen aan zo’n heksennacht mee. Er kwamen ook mannen op de demonstraties af, maar meestal niet om mee te demonstreren. Nee, ze kwamen om te protesteren en de sfeer werd soms ronduit vijandig. Zo werden vrouwen bespuugd en bekogeld met voorwerpen en het kwam zelfs voor dat auto’s op de stoet inreden. Onze moeders, grootmoeders en overgrootmoeders hebben hard moeten vechten om al die dingen te bereiken die wij nu zo vanzelfsprekend vinden. In de film Suffragette (nu in de bioscoop) is bijvoorbeeld te zien hoe gewelddadig de strijd voor het vrouwenkiesrecht in Groot-Brittannië verliep. Demonstraties werden hardhandig neergeslagen en eenmaal in de gevangenis werden de vrouwen die in hongerstaking gingen dwangmatig gevoed, met een slang in hun keel. Ene Kitty Marion schijnt deze marteling in werkelijkheid maar liefst 232 keer te hebben moeten ondergaan. En dan laat Suffragette nog niet eens de gruwelijkste details zien, zoals een gevangene die schijnbaar face down over een metalen trap werd gesleept. Dat is nog eens andere koek dan de vrolijke moeder van het gezin in Mary Poppins, die zingend door de kamer danst met de kenmerkende sjerp om haar schouder. Joehoe, 'Votes for women!' Wist je trouwens dat het vrouwenkiesrecht in Zwitserland pas in 1971 werd ingevoerd? Toen mijn moeder jong was, was het recht op abortus, op anticonceptie, op gelijke betaling en op een hele hoop andere dingen wettelijk nog niet geregeld. En ongewenste intimiteiten? Een hand van de baas op je bil? Die jongen van school die je tegen je zin betast in de bosjes? Ach, dat hoorde er nu eenmaal een beetje bij. Mijn moeder kreeg van mijn oma te horen dat als een man iets wilde, je hem maar beter zijn gang kon laten gaan, ook al was het onaangenaam of pijnlijk. Geen wonder dat vrouwen van haar generatie zich later gingen afzetten. Idioten en testosteronbommetjes zijn overal en daar heb je als vrouw blijkbaar maar mee te leven. Ikzelf heb me nooit echt onveilig gevoeld op straat, behalve dan die ene keer in Londen ’s nachts toen twee dronken mannen al roepend en sissend steeds dichterbij kwamen. Bang was ik niet echt, eerder woedend. Toen één me bij mijn arm greep, floepte het eruit voordat ik het door had: “Ik heb een mes in mijn tas en die ga ik gebruiken ook!!” Gelul natuurlijk, maar ze dropen wel meteen af. Ik heb geen geduld met mannen die me lastig vallen, of ze het nu expres doen of gewoon dom, dronken of onhandig zijn. Iemand die me zonder toestemming betast kan een knal voor zijn kop krijgen, iemand die agressief naar me sist een opgestoken middelvinger. En mocht ik ooit in een echt bedreigende situatie terecht komen, dan zal ik vechten alsof mijn leven ervan af hangt, vechten totdat ik zijn ballen finaal aan gort heb getrapt. Je hebt als man verdomme van een vrouw af te blijven als ze daar niet mee instemt, ook al loopt ze poedelnaakt op straat. We zijn toch niet zo ver gekomen om nu de klok weer dertig jaar terug te draaien? Is dit niet het moment om op te staan, net zoals al die vrouwen generaties eerder? Wat houdt ons tegen? Op de opiniepagina’s van de Volkskrant stond een paar dagen geleden een oplossing om walgelijke aanvallen zoals die in Keulen in de toekomst te voorkomen: “De gemeentelijke overheden kondigen bij dergelijke gelegenheden een straat- en pleinverbod af voor jonge mannen tussen de 18 en 30 jaar. Slechts onder zichtbare begeleiding van een vrouw – en zo nodig aangelijnd – mogen jonge mannen zich dan in de publieke ruimte vertonen.” Maar ja, da’s ook weer zo zielig voor al die mannen die het wel goed bedoelen. Misschien moeten we die heksennachten dan maar in ere herstellen. Dat we weer één keer per jaar de straat op gaan – vrouwen én mannen, want zover zijn we inmiddels wel – om lawaai te maken en te demonsteren tegen seksueel geweld. Blijkbaar is het opnieuw nodig.
0 Comments
15/9/2015 0 Comments In The Name Of LoveInderdaad, een stukje over U2. En inderdaad, andere opiniemakers hebben hun zegje allang gedaan en de band is het land alweer uit. Toch wil ik ook een duit in het zakje doen. Ik heb er lang over na moeten denken wat ik eigenlijk wilde schrijven en de opties waren eindeloos. Het zou kunnen gaan over al die geweldige stuurlui die aan wal staan en hun oordeel geven, smaakverschillen, minachting. Ik zou een zuur stukje kunnen schrijven, maar dat had ik al eerder gedaan en daarnaast: mijn verdediging hebben ze helemaal niet nodig en ik wil niet nog meer negatieve energie verspreiden.
Nee, dit stukje gaat over liefde. Als er één band is die liefde begrijpt en verspreidt, is het U2 wel. Het is ongelofelijk hoe ze je tijdens hun concerten optillen, hoe ze je langzaam doen wegzweven in een euforische staat van pure liefde – voor het leven, voor de mensheid, voor de muziek. U2 belichaamt voor mij de kracht van muziek; hoe die kan verbinden en hoe er een magisch energieveld kan ontstaan tussen artiest en publiek. Elevation indeed. Die politieke en maatschappelijke boodschappen dragen daar wat mij betreft juist nog meer aan bij. Het zijn boodschappen van liefde, van hoop en geloof in de kracht van menselijkheid en mededogen. Van een innerlijke noodzaak voelen goed te doen. Dat is een erg christelijke boodschap, dat klopt. Maar dat is niet zo gek voor een band waarvan driekwart in de begindagen in de ban was van een bijbelgroep die een alternatieve versie van het christendom propageerde. Het is geen geheim dat U2 christelijke waarden verkondigt, de songteksten staan er bol van. En dat is ook gedeeltelijk wat me zo aanspreekt. Misschien ben ik veel christelijker dan ik denk. Want als je de boodschap van Jesus in zijn meest pure vorm bekijkt, zonder al die religieuze ruis, is het een boodschap van liefde. Liefde is de rode draad in het werk van U2. Liefde in al zijn verschijningsvormen. Passie voor rock ‘n’ roll en spektakel, compassie voor Afrika, trouw aan elkaar als band, trouw aan de fans. Bij alle concerten die ik van U2 heb bezocht bekruipt mij op een gegeven moment hetzelfde gevoel. Als al die duizenden, vaak zelfs tienduizenden mensen om me heen langzaam opstijgen, high van liefde, denk ik steeds: onthoud dit gevoel, dit is hoe je wilt leven. Dit is het wereldbeeld waar je voor moet kiezen. Want hoe je naar de werkelijkheid kijkt is een keuze, zoveel staat vast voor mij. Kies ik voor cynisme, voor alles kapot analyseren, voor oordelen, of kies ik voor liefde? Ga ik twijfelen aan belastingconstructies, aan goede bedoelingen? Ga ik meehuilen met de wolven? Of vertrouw ik op mijn hart? U2 herinnert me aan het feit dat ik kan kiezen voor het goede in mensen en dat zelfs als het tegendeel bewezen mocht worden, ik kan kiezen ze te vergeven. Op het moment dat het concert afgelopen zaterdag in de Ziggo Dome zijn climax bereikte en zeventienduizend stemmen Pride (In The Name Of Love) meezongen, kreeg ik de neiging om net als Peter Pan in Finding Neverland heel hard te gaan roepen: “If you believe, clap your hands!” Mocht ik in jouw bijzijn opeens in mijn handen gaan klappen op het moment dat de negatieve energie de overhand neemt, dan weet je nu waarom. 21/8/2015 2 Comments AmyToen ik gisterenavond uit zaal 1 van Kriterion kwam na het zien van Amy, de documentaire over het korte leven van Amy Winehouse, wilde ik het liefst in een hoekje kruipen en janken. Het was zo intens verdrietig om een talentvolle jonge vrouw zichzelf van zo dichtbij ten gronde te zien richten. "Dit is iemand die probeert te verdwijnen", omschrijft vriend en collega Mos Def het treffend in de film. Ik was ooit op een – geloof ik – eendaags festival van MTV, in juni 2004. Het heette iets met ‘Summer’ en het was in recreatiegebied Spaarnwoude. Het leek mij wel een leuke dagbesteding; mijn vriend moest er werken en ik had toch niets beter te doen. Oh ja, en Amy Winehouse trad er op. Ik kende haar muziek niet heel goed. Ze had een half jaar eerder haar debuutalbum Frank uitgebracht, dat wist ik wel, want mijn vriend luisterde er veel naar. En ze gold als een groot talent dus ik was nieuwsgierig. Dat optreden daar in Spaarnwoude vond plaats in een soort tijdelijke keet, type ouderwetse strandtent en het publiek bestond veelal uit babbelende ballen in pak, die door MTV waren uitgenodigd. De keet was half leeg en het grootste deel van de mensen stond door de show heen te kletsen. Ik moet eerlijk toegeven; ook ik hoorde niet direct hoe bijzonder Amy was. Pas bij Back To Black, twee jaar later, werd ik gegrepen door Amy’s muziek, net zoals de rest van de wereld. Begin 2007, net na de release van het album en op het punt van wereldwijde doorbraak, trad ze op in Kalkscheune, een relatief kleine club in Berlijn. Het was een weergaloze show die geldt als een van haar beste in Europa. Persoonlijke issues had ze destijds al (in de wandelgangen van de muziekindustrie was haar bijnaam Amy Housewine), maar de echte problemen begonnen die zomer, toen ze optredens begon af te zeggen en haar drugs- en drank-gerelateerde “schandalen” de boventoon begonnen te voeren in de media. In oktober van dat jaar, slechts negen maanden na Kalkscheune, trad ze weer op in Berlijn, in Tempodrom. Het was de opener van haar Europese tournee en ze had al een hele tijd niet meer opgetreden. Heel de wereld was benieuwd hoe ze het ervan af zou brengen. Het concert begon anderhalf uur te laat en Amy Winehouse zag er slecht uit. Die middag was ze niet komen opdagen voor de soundcheck en het gerucht ging dat ze de hele middag had zitten drinken. Ze oogde nerveus, plukte eindeloos aan haar kapsel en veegde haar mond continu dwangmatig af. Ze wist dat ze tentoongesteld stond voor een meedogenloze meute, die stond te wachten tot ze op haar bek zou gaan. Alleen was het dit keer niet de vrouw met de baard op de 19e eeuwse kermis waar om gelachen werd, maar de vrouw met de bebloede balletschoentjes. Naarmate de show vorderde, leek ze meer en meer te worstelen. Het gegniffel en de slechte heroïnegrappen om me heen maakten plaats voor ongemak en medelijden. Al na 55 minuten verliet ze haastig het podium. Een paar weken later vond een inval in haar huis plaats en werd haar man gearresteerd, eind november zegde ze al haar concerten en andere promotiebezoeken af. Machteloosheid, verdriet, maar ook woede vochten om voorrang tijdens het kijken naar Amy. Wat moeten de media een feest hebben gehad met deze mateloze, zelfdestructieve vrouw. Als hongerige wolven volgden ze haar overal, wachtend op een nieuwe struikelpartij, nog bloediger taferelen en nog meer uitgesmeerde eyeliner. Ik haat ze, die laffe, opportunistische klote-paparazzi. Verdrietig was ik vooral om Amy’s moeder, een fragiel vrouwtje, kleiner nog dan haar beroemde dochter. Aan het begin van de film vertelt ze dat ze niet sterk genoeg was om tegenwicht te bieden aan haar losgeslagen tienerdochter en dat Amy zelf haar aanspoorde strenger te zijn, omdat ze dat nodig had. Zou het geholpen hebben? Ik weet het niet, maar ik ben bang dat die arme Janis Winehouse nog elke dag verteerd wordt door deze vraag. 18/6/2015 0 Comments Augustus – en wat daarna kwamHet moet augustus 1994 geweest zijn. Op de Wikipedia-pagina van de Sneekweek staat dat die elk jaar in die maand plaatsvindt en ik was met mijn studievriendin Janneke, die ik een jaar eerder nog niet kende. Een jaar later zat ik in Londen als au-pair. En op de Wiki-pagina van Counting Crows staat dat Mr Jones in april 1994 uitkwam. Janneke’s ouderlijk huis stond ergens in een weiland rond Sneek. Waarom we naar de Sneekweek gingen weet ik niet meer, waarschijnlijk vond Janneke dat ik dat een keer mee moest maken. Het was iets met zeilen begreep ik, al heb ik uiteindelijk geen zeilboot gezien. Hoe lang we precies in Friesland waren weet ik ook niet meer. Twee dagen? Vier? Haar ouders waren op vakantie dus we hadden het rijk alleen. Het was warm die dagen, dat weet ik nog wel. Overdag hingen we in en rond het huis en luisterden we muziek. Herstel: we luisterden Counting Crows. August & Everything After om precies te zijn, de debuutplaat. In mijn herinnering stond ‘ie simpelweg op repeat. De melancholieke liedjes; de gepijnigde stem van zanger Adam Duritz; de teksten over moeizame relaties en hartezeer; we vraten het op. ’s Avonds fietsten we naar Sneek, waar we deden wat de meeste 19-jarige meisjes doen als het feest is: veel te veel drinken en jongens zoeken om mee te zoenen. Daarna fietsten we in het donker, met alleen het licht van de maan als gezelschap, door de weilanden. Om over de slootjes heen te komen moesten we over smalle balken fietsen die over het water heen lagen. Het is een mirakel dat we niet gevallen zijn. En in de late ochtend, als we onze roes hadden uitgeslapen, begon Adam Duritz weer van voren af aan met Round Here. Twee negentienjarige meisjes, net puber-af en op het scharnierpunt van volwassenheid, alleen op een boerderijtje met vijf muzikanten uit Berkeley, Californië als enige gezelschap. En maar luisteren naar die gepijnigde Adam Duritz en zijn donkere verhalen.
But the girl on the car in the parking lot Says: "Man, you should try to take a shot Can't you see my walls are crumbling." Then she looks up at the building Says she's thinking of jumping. She says she's tired of life; She must be tired of something. 'Round here she's always on my mind 'Round here (hey man) I got lots of time 'Round here we're never sent to bed early And nobody makes us wait 'Round here we stay up very very very very late In de jaren daarna bleef ik geïnteresseerd in Counting Crows en zag ze meerdere keren live. In 2004 mocht ik ze zelfs de hand schudden in Ahoy. Daarna verloor ik mijn interesse – ik kende dat gekweel van Duritz zo langzamerhand wel. Maar gisterenavond liet ik me toch weer een keer verleiden tot een live concert, in de Philharmonie in Haarlem. Van tevoren mocht ik even gedag zeggen in de kleedkamer. Ik keek Adam Duritz aan, die daar tegenover me stond met dat rare ananashaar, gekleed in een korte broek met daaronder lelijke gympen, en dacht: Jij hebt 21 jaar geleden zo’n enorme rol gespeeld in mijn leven, je hebt geen idee. Jij was zo belangrijk voor me, ondanks dat ananashaar. En nu ben ik hier, op m’n veertigste, en zing jij nog steeds Round Here. En ik zing weer mee - woord voor woord. 24/3/2015 1 Comment Travestieten in TrabantsTien jaar geleden mocht ik Anton Corbijn interviewen. Ik was groot fan van zijn foto's en videoclips en er was net een overzichts-dvd uitgekomen van zijn clipwerk. Zijn filmdebuut 'Control' bestond op dat moment alleen nog op papier. Collega-journalisten en mensen uit de muziekindustrie hadden me gewaarschuwd dat hij weinig spraakzaam was en erg nors kon zijn, dus ik was behoorlijk zenuwachtig. De opluchting was dan ook groot toen ik tegenover me een vriendelijke, grappige, kletsgrage gesprekspartner vond, die bovendien openhartig praatte over de soms moeizame relatie met artiesten als U2 en Depeche Mode - en natuurlijk over de totstandkoming van al die legendarische videoclips. (foto: Larry Mullen en Samantha Morton in 'Electrical Storm') Anton Corbijn heeft een haat-liefdeverhouding met videoclips. Ze kosten te veel tijd en leveren strijd op met artiesten en hun platenmaatschappijen. Toch maakte hij er in totaal meer dan zeventig, waarvan hij er zesentwintig selecteerde voor de dvd ‘The Work of Director Anton Corbijn’. Anderhalf jaar werkte hij aan het project dat zijn reis als clipmaker laat zien, van onzekere beginneling tot bejubelde regisseur. Toen de nu vijftigjarige Corbijn in 1983 begon met muziekvideo’s wist hij niets van filmmaken, zo vertelt hij in 11 in Amsterdam, de locatie waar hij die avond voor het eerst gaat vj’en met zijn eigen videoclips: “De overgang naar video’s was heel groot, ik had geen idee hoe een camera werkte. Als fotograaf had ik geen assistent, deed alles zelf. Ik had ook nooit ideeën vooraf, ik liet mijn fotografie op intuïtie drijven. Met video’s moet je van tevoren ideeën vormgeven en die aan mensen uitleggen, dat vond ik heel erg moeilijk. Mijn oude video’s zijn daarom meer een collectie stilstaande beelden. Toch vielen zijn video’s direct op doordat ze resoluut braken met de heersende clipconventies. Corbijn werkt met autonome verhaallijnen en associatieve beelden, is niet geïnteresseerd in performance videos: “Ik ging puur uit van de muziek en ergerde me aan veel video’s die destijds op tv waren, die hadden helemaal niet het gevoel van een song. Dat was mijn motivatie om video’s te gaan maken.” Hij herinnert zich hoe onvoorstelbaar anders zijn video’s waren. “’Dr. Mabuse’ van Propaganda zeker; ik filmde ’s nachts, in zwart-wit, gebruikte geen instrumenten, er werd niet geplaybackt… Ik probeer altijd wel een verhaal te hebben, voor mezelf in ieder geval. Het is net als met fotografie: ik kan het eigenlijk niet, maar ik heb mijn eigen taal gevonden en dat werkt voor mij. Ik ga nu ook mijn eerste film maken (over Ian Curtis van Joy Division, MG) en alles is weer nieuw voor me. Je vindt je eigen manier. Ik heb geen scholing van naam gehad, met wat dan ook. Omdat Corbijn niet filmisch werkt, komt volgens hem de emotie meer naar voren: “Ik denk dat stijl en professionalisme eerlijke emoties eerder hinderen dan helpen. Dat is misschien een plus geweest. Mensen kunnen zich verbonden voelen met mijn werk omdat zij mijn taal ook zouden kunnen spreken.” Op het verstandelijke vlak zijn Corbijns video’s echter niet makkelijk te begrijpen. Hij werkt vaak met metaforen, filmt liever mooie beelden dan een logisch verhaal. Hoe ontstaat bij hem het idee voor een muziekvideo? “Meestal gewoon door te luisteren. Een bepaald geluid geeft mij vaak een beeld waar ik een verhaal omheen maak. Bij ‘All These Things That I’ve Done’ (Corbijns meest recente video voor The Killers) hoor je in het begin bijvoorbeeld pianoklanken. Toen dacht ik meteen aan water en aan het idee van iemand die in het water valt.” Daaromheen creëerde hij vervolgens een verhaal over een man die vreemdgaat, als straf door het doucheputje valt en terug op aarde komt als cowboy, om de strijd met het andere geslacht aan te gaan. Een soort Sergio Leone meets Russ Meyer, zo omschrijft hij het zelf. “Gelukkig komt het beeld meestal wel overeen met de teneur van de tekst, ik zit doorgaans niet ver van de bedoeling van een song af. Ik luister niet heel precies naar de tekst. Vroeger wek, heel erg juist, maar dan verdubbel je gewoon wat je al hoort. Beelden blijven veel langer bestaan als ze hun eigen verhaal hebben. Het komt ook omdat ik in het begin moeite had met begrijpen wat er gezongen werd.” Corbijn woont al sinds 1979 in Londen, dus inmiddels valt het wel mee met die taalbarrière. Qua ideeën verloopt de samenwerking met artiesten echter niet altijd vlekkeloos. Op clipgebied heeft Corbijn opvallend genoeg vooral een moeizame relatie met zijn paradepaardje U2. “De leden van U2 zijn altijd heel betrokken, voeren veel overleg. Ik weet nog dat het eerste idee van ‘Electrical Storm’ heel anders was: Bono met een vrouw in een donkere steeg en daar liepen dan in slowmotion allemaal exotische dieren langs, als een erotische droom. Het enige wat daarvan is overgebleven is Larry Mullen met een vrouw (actrice Samantha Morton) en dat ene hert wat er van de manager uit moest, maar ik heb het erin gelaten. Dat soort dingen moet je dan beargumenteren. De eerste keer dat ik die video trouwens aan Bono liet zien, zei hij: ‘This video is terrible, this is a real problem!’ Ook de video die Corbijn maakte bij U2’s klassieker ‘One’ werd aanvankelijk afgekeurd. De bandleden wilden de opbrengst van de single aan een aids-organisatie doneren en dachten dat het door hun rol als travestieten leek alsof ze homo’s de schuld gaven van aids. “Dat was een zeer bittere pil, dat had ik toen helemaal niet in de gaten. Toen die single uit de hitlijsten verdwenen was, hebben ze hem alsnog aan MTV gegeven. Tja, en een jaar later is het opeens Bono’s favoriete video. Dat is het probleem met video’s: om ze te zien als kunstwerk moet je ze weghalen van chartsucces. Dan is niet aan de orde of hij veel wordt gedraaid, dat is een veel eerlijkere manier om naar een video te kijken. ‘One’ was ook geen gewone video voor mij. Ik had namelijk in 1984 in twee uur tijd een video gemaakt voor U2 en die was verschrikkelijk en daardoor vroegen ze me nooit, ik had mijn kansen vergooid als videomaker voor U2. Maar ‘One’ was zo’n te gek nummer, ik dacht: ik móet bewijzen dat ik de juiste man ben.” ‘One’ is een indrukwekkend voorbeeld van Corbijns kracht. De video raakt precies de juiste snaar met beelden van Berlijn (vlak na de val van de Muur), shots van Bono’s vader en U2 als travestieten in Trabants. Corbijn heeft goede herinneringen aan het maken van ‘One’. “Toen voelde het echt als een groepje mensen met ideeën. Ze zijn nu zo groot, er zijn te veel mensen bij betrokken. Het is heel moeilijk om tot die kern terug te keren. Op zich ben ik nog altijd heel bereikbaar voor mensen, ik ga ook altijd nog terug naar kernideeën, ik probeer niet te denken aan het niveau van een artiest.” In zijn videoclips zet Corbijn zijn artiesten vaak anders neer dan gebruikelijk voor ze is. Hij gebruikt geen clichébeelden, maar laat de hardrockers van Metallica opdraven als quizkanditaten (‘Hero Of The Day’), toont het ultrasympathieke Travis als vechtersbazen (‘Re-Offender’) en transformeert Depeche Mode tot verlepte kroegzangers (‘It’s No Good’). Zijn eigenaardige gevoel voor humor is onvergelijkbaar. Hoe overtuigt hij zelfbewuste wereldsterren van zijn ideeën? “Met moeite, haha, dat kan ik je wel vertellen! Maar ik probeer mensen niet voor gek te zetten.” Als voorbeeld noemt hij ‘Enjoy The Silence’ van Depeche Mode, waarin zanger Dave Gahan als koning met een strandstoel door de wereld trekt. “Dat is een van mijn grootste clips ooit, vooral in Amerika een waanzinnig succes. Daar noemen ze me de David Lynch van de muziekvideo’s, omdat ik met iets vreemds toch een publiek kan vinden. Maar de band vond het niks. Tot drie keer toe ben ik met datzelfde idee teruggekomen. Die video heb ik alleen kunnen maken omdat zij mij vertrouwden.” Anton Corbijn probeert niet bewust door het imago van sterren heen te prikken: “Ik vind het leuk om te spelen met situaties. Als je mensen alleen als rockster laat zien, is dat een bevestiging van iets dat ze al zijn. Ik vind het leuker om met andere elementen te spelen, waardoor het voor mensen makkelijker wordt zich met artiesten te identificeren.” Ondanks het succes kondigde Corbijn in 2000 aan dat hij ophield met videomaken. “Ik had mijn ding gedaan en MTV was zo veranderd… Het publiek van MTV was zo jong geworden. Ik heb er uiteindelijk nog vijf gemaakt, maar eigenlijk allemaal voor vrienden. Als je goede vrienden hebt die met een song komen en je hebt een idee, dan is het moeilijk om nee te zeggen.” Een van Corbijns grootste fans is REM-zanger Michael Stipe. Een video voor REM maakte Corbijn echter nooit, al had hij dat graag gedaan. Artiesten zelf benaderen doet hij niet, dat vind hij vragen om werk. “Met fotograferen vind ik dat anders, dan kun je even snel vragen of je een foto kan maken. Ik ken Michael heel goed, ik zie hem vaker dan Bono. Volgens mij weet hij best dat ik een video voor REM had willen maken." Of Corbijn daadwerkelijk stopt met videoclips? Met U2 heeft hij in ieder geval de afspraak eens in de vijf jaar een video te maken, de volgende over twee jaar. Ook wordt hij nog wekelijks gevraagd door nieuwe bewonderaars als Coldplay. En wie weet staat Michael Stipe ooit bij hem op de stoep met een inspirerend voorstel, zeg daar maar eens nee tegen. Oorspronkelijk verschenen in Vara TV Magazine 41 (2005) 4/3/2015 0 Comments #edison Ik deed de social media-redactie voor Edison Pop 2015 en ben best tevreden met het resultaat :-) 19/2/2015 0 Comments Rode KoontjesGisterenmiddag, een stralende woensdagmiddag waarop de zon uitbundig scheen en de lente voor het eerst haar gezicht liet zien, zat ik in de benedenzaal van bioscoop Rialto. Samen met mij zoon van zes keek ik naar ‘Het Lied van de Zee’. Alweer. Precies een week eerder zaten we er namelijk ook en keken naar diezelfde film. Deze keer had mijn zoon een vriendje meegenomen, want die moest hem ook zien. En al zijn zeehondenknuffels (drie stuks) ook, plus zijn kleine tijgertje. Sinds hij de animatiefilm voor de eerst keer zag, raakt hij er niet over uitgepraat. Elke avond voordat hij gaat slapen luistert hij op Spotify naar de dromerige titelsong en zijn vader heeft hij al meerdere keren in geuren en kleuren – en tot in de kleinste details – het verhaal verteld. Dat verhaal gaat over een jongetje, Ben, die in een vuurtoren op een piepklein Iers eilandje woont. Hij is woedend op zijn kleine zusje Saoirse, omdat met haar ook het verdriet in zijn leven is gekomen. Zijn moeder is op mysterieuze wijze verdwenen, zijn vader is ontroostbaar en hij en zijn zusje moeten bij zijn oma in Dublin gaan wonen. Maar als Ben erachter komt dat de elfenwereld waarover zijn moeder hem altijd vertelde echt bestaat en zijn zus een Selkie is (een mystiek wezen dat de elfen van de ondergang kan redden), begint hij aan een spannende queeste zodat zijn kleine zusje haar taak kan volbrengen. De manier waarop Ben en Saoirse naar elkaar toegroeien en de liefde van Ben voor zijn zus opbloeit, is ontroerend om te zien. Geen enkel karakter is hier enkel slecht of goed, bij alle personages schemert de wanhoop of de onmacht door de woede heen – een zeer welkome tegenhanger voor wat filmcriticus Roger Ebert de “door Transformers beschadigde generatie” noemt. Zo wordt de angst voor heftige emoties verbeeld door de uilenheks Macha, die alle elfen in steen verandert. “Ik haat gevoelens die zomaar opkomen!” roept ze uit tegen Ben als hij haar confronteert. Maar de arme heks blijkt zo kapot van verdriet om haar zoon, dat ze verslaafd is geworden aan het vangen van elfengevoelens in potjes en ze op die manier versteent. De (voor een Oscar genomineerde) heldenreis van Ben wordt verteld via prachtige, handgetekende beelden in waterverfkleuren, die net zo organisch kabbelen, dwarrelen en van vorm veranderen als de zee zelf. Vooral de scènes in het donker, in een koelblauwe gloed, zijn magisch; met sprookjesachtige lichtjes die al rinkelend de weg wijzen in het donker en de lichtstraal van de vuurtoren die rond zoeft in de nacht. In deze magische wereld krijgt het bovennatuurlijke vrij spel en biedt het de poort naar transformatie – letterlijk en figuurlijk. Natuurlijk vindt Ben de jas van Saoirse terug, de jas waarmee ze haar Lied van de Zee kan zingen en de elfenwereld – inclusief moeder – weer op glorieuze wijze tot leven komt in een adembenemend schouwspel met een warme, gouden gloed. Ook mijn zoon zat te gloeien na afloop. Heftige emoties worden niet bepaald geschuwd in deze film over kwetsbaar zijn, rouw, liefde en vergeving. Met rode koontjes moest hij alles wat hij had gezien nog even op zich in laten werken. Ikzelf zat met een dichtgeknepen keel van ontroering. Wat mij betreft gaan we volgende week weer. 9/2/2015 0 Comments Kanye 27/1/2015 1 Comment Rollenspel* let op: bevat spoilers * Het leven is een spel vol maskers. We dragen er elke dag meerdere; we spelen de geïnteresseerde collega, de liefhebbende echtgenoot, de vriendelijke buur of het verleidelijke feestbeest. Natuurlijk, al die varianten zijn deel van onze eigen persoonlijkheid, maar we spelen ze tot op zekere hoogte niettemin, die verschillende rollen. Meestal hebben we ons rollenspel niet eens door, maar soms gaan die maskers knellen en zorgen ze voor verwarring. Wie ben ik nou eigenlijk echt? In hoeverre ben ik slechts wat anderen van me verwachten? Stel je voor hoeveel ingewikkelder het is voor beroemdheden. Hoeveel lastiger als je met het spelen van een of meerdere rollen dagelijks je geld verdient, of je nu optreedt of acteert. En dat je dan door duizenden, honderdduizenden, miljoenen mensen beoordeeld wordt. ‘Birdman or (The Unexpected Virtue of Ignorance)’ is de nieuwe film van de Mexicaanse regisseur Alejandro González Iñárritu, bekend van zwaarmoedig werk als ’21 Grams’ en ‘Babel’. ‘Birdman’ is veel lichtvoetiger van toon. De film wordt overladen met jubelende recensies, en terecht. Filmcritici spreken over een nieuw genre, de “live film”, doelend op de bruisende en vibrerende toon en stijl van ‘Birdman’, met dank aan slimme montage, lange shots, explosieve dialogen en bovenal een opwindende soundtrack. Het hoofdpersonage in ‘Birdman’ is Riggan Thomson, een acteur die wereldberoemd is vanwege een rol die hij meer dan twintig jaar eerder al speelde: de superheld waaraan de film zijn titel ontleent. De hoofdrol in ‘Birdman’ wordt trouwens gespeeld door Michael Keaton, een acteur die zijn grootste succes even lang geleden beleefde met zijn rol als Batman. Thomson probeert de vloek van zijn oude succes te bezweren met een meer ‘hoogculturele’ Broadway-voorstelling, een adaptatie van een door hem geliefd stuk van Raymond Carver. Hij financiert en regisseert het stuk zelf, en speelt tevens de hoofdrol. Verbeten probeert hij het tij te keren; hij wil geen derderangs ex-actieheld meer zijn, hij wil gewaardeerd worden als serieus toneelacteur. Ondertussen worstelt zijn dochter Sam met een verslaving en dreigt collega Mike (daadwerkelijk een gevierd toneelacteur) roet in het eten te gooien. Vooral de scènes met Riggan en Mike (Edward Norton) zijn komisch, bijna slapstick. Daarnaast komen een boel clichés voorbij (het mediacircus rond beroemdheden is hysterisch, acteur zijn allemaal aanstellers en kinderen van celebrities zijn sowieso gedoemd te mislukken), maar ondertussen weet ‘Birdman’ een gevoelige snaar te raken. Want willen we niet allemaal gewoon gezien en geliefd worden? Hunkeren we daar als kleine kinderen niet al naar en gaan we soms geen rare dingen doen als we er een tekort aan hebben? Voor sommige mensen is het veiliger om een heel leven lang een rol te spelen, zoals Mike. Als Riggan’s dochter Sam hem vraagt hoe hij het voor elkaar krijgt te doen alsof hij iemand anders is voor een zaal vol vreemden, antwoordt hij: “Ik doe niet net alsof. Daar niet. Zo ongeveer overal en altijd wel, maar daar niet.” De gesprekken tussen Sam en Mike behoren sowieso tot de meest wezenlijke van de film. Sam, die zich klein en onzichtbaar maakt als assistent van haar vader, voelt zich duidelijk minderwaardig, maar daar maakt Sam korte metten mee: “Jij bent alles behalve onzichtbaar. Jij bent groots. Je bent een prachtige rommelige bende, als een kaars die aan twee kanten brandt, en geen hoeveelheid drank of pillen die daar verandering in brengt.” De personages in ‘Birdman’ zitten gevangen in hun eigen rollen. Ze voelen zich klein en onbetekenend, en doen er alles aan dat te veranderen; ze blazen hun ego op tot groteske proporties, verdoven de pijn met drank en drugs of richten hun pijlen op anderen. Iñárritu wijst er nog even fijntjes op dat ook recensenten volledig opgaan in hun rol en zich op die manier groter proberen te maken dan ze zich voelen. Thomson hoort zelfs de stem van zijn oude actieheld in zijn hoofd, die hem vervloekt omdat hij beneden zijn niveau leeft en hem aanspoort weer net zo groots te zijn als hij was. Hoe ontstijg je je eigen beperkingen, de maskers die je opzet en het oordeel van anderen? Riggan heeft mazzel. Bij een mislukte zelfmoordpoging en plein publiek schiet hij zijn eigen neus aan flarden en na een reconstructieve operatie is hij onherkenbaar geworden. Hij is niet langer Birdman, hij is eindelijk vrij om uit te vliegen en een nieuwe rol te kiezen. |