Afgelopen vrijdag ging ik voor de tweede keer naar Manchester By The Sea, omdat sommige films nu eenmaal meerdere kijkervaringen nodig hebben. Manchester By The Sea is zo’n film.
Casey Affleck speelt Lee Chandler, een klusjesman. Hij repareert kranen, elektrische apparaten, verhelpt lekkages, ontstopt het toilet, zodat alles weer functioneert zoals het moet. Kapotte dingen zijn immers nutteloos en leiden alleen maar tot chaos en irritatie. Maar hoe zit dat met kapotte mensen? Lee Chandler leeft geïsoleerd, hij bemoeit zich met niemand en duldt geen bemoeienis van anderen. Als hij al contact met iemand heeft, is dat op een negatieve manier. Een onbeschofte opdrachtgever krijgt een grote bek terug en de enige echte confrontaties in zijn leven bestaan uit vechtpartijen in de kroeg, die hij in een dronken waas zelf uitlokt. Dat hij een man met een Verhaal is, wordt al snel duidelijk. ‘Is dat dé Lee Chandler?!’ fluistert men over hem als hij door de dood van zijn broer gedwongen wordt terug te keren naar de plek waar hij vandaan komt. Er doen geruchten de ronde en hij wordt gewantrouwd. In kundig geplaatste flashbacks wordt langzaam onthuld wat er in het verleden is gebeurd. Lee heeft een inschattingsfout gemaakt met catastrofale gevolgen. Als een lasso slaat het noodlot toe, trekt Lee in één ruk aan zijn voeten onderuit en keert zijn leven binnenstebuiten. In je bioscoopstoel weerloos toe moeten zien hoe dat precies gebeurt en hoe Lee reageert in de nasleep ervan – het is alsof je hart langzaam maar resoluut wordt fijngeknepen. Regisseur en scenarist Kenneth Lonergan vertelt het zonder opsmuk, zonder effectbejag, zelfs met humor. Het onderstel van een brancard dat te midden van de diepe ellende maar niet in wil klappen; het paniekerig zoeken naar een overgaande telefoon tijdens een begrafenis. Het contrast met de vrolijke, liefdevolle Lee van voorheen en de levende dode die hij is geworden, is schrijnend. Hij is als een gewond dier dat niet wil dat iemand dichterbij komt. Hij wil onzichtbaar zijn, simpelweg verdwijnen. Niemand mag ook maar in de buurt komen van een gesprek, bang als hij is dat iemand hem lek prikt en al die diepdiepzwarte materie eruit komt gutsen en maar blijft stromen. Hij wil de pijn binnen houden, veilig in het gat dat hem wegvreet van binnen. Tegelijkertijd moet de haat binnenin gevoed worden door haat van buitenaf. Lee verdient klappen, hij moet gestraft worden voor zijn fout. Kenneth Lonergan weigert een makkelijke uitweg uit deze ellende. De druk vanuit de financiers om de film positiever te eindigen was groot. Maar Lonergan hield voet bij stuk: ‘Some people have these things happen to them and they can’t get over it and I think those people deserve a movie too.' ‘I can’t beat it’, zegt Lee uiteindelijk tegen de zoon van zijn overleden broer als die hem confronteert met zijn onvermogen voor hem te komen zorgen. Het monster is te groot. Lee Chandler kan bijna alles repareren, maar zichzelf niet.
1 Comment
|