9/10/2014 0 Comments HET HEMELSE STEMGELUID VAN HOZIERAndrew Hozier-Byrne maakte met ‘Take Me To Church’ een van de meest indrukwekkende nummers van de afgelopen jaren. De 24-jarige Ier schreef het na de breuk met zijn eerste grote liefde. Hij haalde inspiratie uit een 17e-eeuws gedicht (getiteld ‘Chorus Sacerdotum’) over de zondige mens en zijn relatie tot God. Naast een beklemmend liefdeslied over de totale overgave aan een onbarmhartige meerdere is ‘Take Me To Church’ tevens een gloedvolle, vlijmscherpe aanklacht tegen de katholieke kerk. “Take me to Church I’ll worship like a dog at the shrine of your lies I’ll tell you my sins so you can sharpen your knife Offer me that deathless death Good God, let me give you my life” Hozier zingt deze woorden met zoveel bijtende zeggingskracht dat de rillingen je over de rug lopen. De bijbehorende videoclip (zie onder) boort nog een extra betekenislaag aan, want die refereert expliciet aan de homohaat in Rusland, en toont een angstaanjagend verhaal over een jongen die het slachtoffer wordt van een woedende horde hooligans. En dan dat “Amen” aan het einde van de brug. Het komt echt vanuit zijn tenen. Weer rillingen. “The song, to me, is about what it is to be a human, what it is to love someone as a human being, and organizations that would undermine that”, zo vertelde Hozier in een interview met Fuse TV afgelopen zomer. De emotionele impact van ‘Take Me To Church’ was groot, met als gevolg een uitverkochte clubtour door de VS, optredens bij televisie-grootheden als David Letterman en Ellen DeGeneres en meer dan dertien miljoen views op YouTube (plus een uit meer dan 10.000 comments bestaande discussie over religie en tolerantie). Maar Hozier is veel meer dan alleen die ene voltreffer. Afgelopen vrijdag kwam zijn titelloze debuutalbum uit, dat lang niet zo zwaarmoedig is als je zou denken aan de hand van die ene hit. Zijn muziek is doorspekt met blues, folk en gospel (met dank aan inspiratiebronnen als Tom Waits, Nina Simone, Van Morrison en John Lee Hooker) en klinkt soms uitbundig en dynamisch (zoals in het Living Colour-esque ‘Jackie and Wilson’ of het vrolijke 'Someone New'), dan weer klein en kwetsbaar (‘Like Real People Do’) of slepend en broeierig (‘Work Song’). Een van de hoogtepunten op het album is ‘In A Week’, een duet (met zangeres Karen Cowley) over twee geliefden die fantaseren over een gezamenlijke dood en vrij expliciet vertellen over wat er dan met hun lichamen gebeurt, hoe ze worden aangetast en opgevreten: “They’d find us in a week When the weather gets hot After the insects have made their claim After the foxes have known our taste I’d be home with you” De nogal duistere en lugubere tekst wordt verrassend genoeg omlijst door een lieflijk liedje waarin de wonderschone stemmen van Hozier en Cowley als rookpluimen om elkaar heen kringelen. Sowieso gaat het vaak over de dood op dit album, zo refereert Hozier in maar liefst drie nummers aan begraven of opgegraven worden. Ook religie komt vaker terug. Het zijn grote onderwerpen, maar wel passend bij de blues en de Ierse schrijver James Joyce, een andere belangrijke inspiratiebron. De verbindende factor op het album is uiteraard Andrew Hozier’s stem, helder als een klok en vol overtuigingskracht. Het is een stem die zowel kan liefkozen en ontroeren als beledigen en enthousiasmeren, maar die tegelijkertijd een melancholische grondtoon bezit die zelfs in de speelsere, lichtere nummers doorklinkt. Als vijftienjarige leerde Hozier al hoe hij zijn stem met volle kracht moest inzetten, toen hij als frontman van een achtkoppige bluesband boven de instrumenten moest zien uit te komen. Alsof hij een wapen hanteerde, zo omschreef hij het een aantal maanden geleden aan The Guardian: “When I first started to sing I just swung at it with an axe”. Wat ongetwijfeld ook heeft bijgedragen aan de kracht van zijn stem, is dat hij van 2009 tot 2012 deel uitmaakte van het Keltische koor Anúna. Het zingen in zo’n koor vereist immers een andere techniek en articulatie dan het vertolken van popsongs. Door zijn onderwerpkeuze en de intense manier waarop hij zingt, lijkt Hozier zijn nummers haast te prediken, nog eens extra kracht bijgezet door het ijle engelengezang dat hem meermaals begeleidt op het album. Hij predikt liefde en verdraagzaamheid, met een onweerstaanbare mengeling van overtuigingskracht en kwetsbaarheid. En dan lijkt hij met zijn bedachtzame voorkomen, zijn open gezicht en zijn bruine, schouderlange haar – zo dik en golvend is dat het wel een pruik lijkt – ook nog eens als twee druppels water op die grootste liefdesprediker aller tijden die zo’n tweeduizend jaar geleden in Bethlehem werd geboren. Je zou er bijna in gaan geloven, in die wederopstanding. (photo credit: iTunes Festival)
0 Comments
Leave a Reply. |