30/9/2022 0 Comments het onbehagen van de vrouwEen biopic die nu eens een ándere kant van Marilyn Monroe liet zien, zo ging het vuurtje rond Andrew Dominik’s Netflix-film Blonde.
Ik benieuwd natuurlijk. Maar toen las ik een column van Madeleijn van den Nieuwenhuizen in NRC, die de film al had gezien. En die was niet bepaald amused. “Het is een film die onder het mom van een progressievere tijdsgeest verheerlijkt wat hij pretendeert te bekritiseren”, zo vatte ze hem samen. Het kwam erop neer dat er lachsalvo’s vanuit het bioscooppubliek voor nodig waren om Marilyn te beschermen tegen de manier waarop ze door de makers werd weggezet. Nu was ik helemaal benieuwd. Dus ik kijken, ruim tweeëneenhalf uur lang (waarom – in godsnaam – zijn films zo onnodig láng tegenwoordig, maar dat terzijde). Die tweeënhalf uur leken wel vijf uur te duren, want inderdaad, wát een beproeving. Schrijver/regisseur Dominik had goede bedoelingen, zo meldde hij in interviews. Dominik wilde nu eens háár kant van het verhaal vertellen, zo benadrukte hij. Het gaat hem om háár, we zien alles vanuit háár point of view. In interviews spreekt hij zijn afschuw uit over de mannen die zich aan haar opdrongen en beweert hij een feministische film gemaakt te hebben. Waarom schreeuwt alles aan deze film dan dat ik niet zozeer vanuit Marilyns gezichtspunt, maar voornamelijk vanuit de male gaze zit te kijken? Het is goed dat Dominik verontwaardigd is over de manier waarop Marilyn tijdens haar leven behandeld is; door haar ouders, door de mannen in haar leven, door Hollywood. Je kunt als maker echter keuzes maken in de manier waarop je die verontwaardiging laat doorklinken. Marilyn Monroe was volgens Dominik bovenal een slachtoffer; van haar jeugdtrauma’s; van mannen; van haar roem; van de persona die ze had gecreëerd; van haar verslaving aan medicatie, en hij kiest ervoor zijn boodschap er met grof geweld in te hameren. Het resultaat van die keuze is dat je als kijker urenlang getuige bent van een vrouw die Lijdt. Die huilt, die wanhoopt, die dingen tegen haar zin doet, die over haar grenzen heen gaat, steeds verder en verder, tot ze dood gaat. Het boek van Joyce Carol Oates waarop Blonde is gebaseerd is deels fictief en van die fictie-elementen wordt dankbaar gebruik gemaakt om Marilyns slachtofferschap te vergoten. Zo krijgt ze haar eerste acteerklus nadat ze zich door een studiobaas laat neuken, en John F. Kennedy dwingt haar om hem te pijpen terwijl hij een zakelijk telefoontje pleegt. Een eindeloze reeks mannen maakt in Blonde gebruik of misbruik van Marilyn, fysiek of emotioneel. Giftige, nare mannen. Maar is het echt nodig dat ge/misbruik expliciet te laten zien om je punt te maken? Kun je dat niet op een creatievere, originelere manier oplossen? Ja, sommige mannen doen vreselijke dingen met vrouwen en het is goed daarvan doordrongen te zijn. Maar we weten inmiddels hoe een verkrachting eruitziet, of het mishandelen of vernederen van een vrouw, we hebben het immers al een miljoen keer gezien, decennialang, in talloze films en series. Het is een misverstand dat je misstanden tegen vrouwen alleen aan de kaak kunt stellen door die misstanden te laten zien. Verder lijkt Dominik ook kritiek te willen uiten op de extreme manier waarop Marilyn werd geobjectificeerd, maar waarom draagt hij dan zelf bij aan die objectificatie, door close-up na close-up van haar gezicht en eindeloze beelden van haar (regelmatig naakte) lichaam te tonen? Blonde doet daarmee precies wat het zegt te willen aanklagen. Het beeld dat na het zien van Blonde vooral beklijft is dat van een beeldschoon maar fragiel kindvrouwtje, dat met grote onzekere ogen opkijkt naar de mannen om haar heen en haar echtgenoten ‘daddy’ noemt. “Na tweeënhalf uur kijken vraag je je af hoe deze vrouw een glansrijke carrière kan hebben gehad”, stelt Remke de Lange dan ook terecht in een stuk in Trouw. We zien een vrouw die nul zeggenschap over haar leven heeft, die vrijwel alles willoos ondergaat en die volledig overgeleverd is aan anderen. Niemand is geholpen met deze ‘nieuwe’ blik op Marilyn; de kijker niet, het publieke discours niet en haar eigen nalatenschap al helemaal niet. Je kunt vervreemding, trauma en objectificatie ook op een andere manier laten zien, zelfs bij een vrouw wier carrière gebaseerd was op seksuele aantrekkingskracht. Sterker nog; was het niet veel interessanter geweest om juist bij een van de meest geseksualiseerde vrouwen uit de geschiedenis níet op die seksualiteit te focussen? Een vrouw die volledig vervreemd raakt van zichzelf, die ten onder gaat aan het extreme alter-ego dat ze creëerde en alles wat de buitenwereld daarop projecteerde kun je zoveel origineler, fascinerender en vooral waardiger in beeld brengen. “Monroe opvoeren als een onvolgroeid mens, een levenslang slachtoffer van misbruik: dat kan, maar je zou hopen dat juist #MeToo onze kijk daarop verontwaardigder, scherper heeft gemaakt”, zegt Remke de Lange in bovengenoemd artikel. “Daar laat de filmmaker weinig van blijken.” Als Marilyn in de film dan eindelijk een keer woedend wordt en van zich afbijt, veer je als kijker meteen op. Krijgen we dan nu een flintertje agency, een kruimeltje zelfbeschikking te zien? Maar nee, daar is alweer het zoveelste zwoele shot van haar zwaar opgemaakte gezicht, de zoveelste blik op haar (naakte) lichaam. Hoe ironisch dat een film over uitbuiting zijn hoofdpersonage ten volle uitbuit: 'Kijk eens hoe mooi dat prachtige poppengezichtje instort, hoe kwetsbaar die naaktheid, hoe beeldig die zenuwinzinking, hoe lekker ze doodgaat!' Sexy vrouwen die lijden onder het gedrag van mannen, het is kennelijk nog altijd een onweerstaanbare keuze voor sommige filmmakers. Marilyn Monroe heeft tijdens haar leven genoeg geleden onder sensatiezucht. Het is betreurenswaardig en doodvermoeiend dat ze dat nu postuum weer moet ondergaan. “Am I meat to be delivered?” vraagt ze zich in Blonde quasi-verontwaardigd af terwijl ze, voortgesleept door twee mannen omdat ze te stoned is om nog te lopen, op weg is naar John F. Kennedy. Ja Marilyn, ook in deze film ben je uiteindelijk gewoon weer een stuk vlees, gereduceerd tot de pijpslet van de president.
0 Comments
Zie hem gaan, de allerlaatste koetsier van Manhattan, in statige draf over de vijfde avenue, klip-klop-klip-klop tussen de pruttelende, sissende, ratelende gevaartes op vier wielen. Zijn kin wijst fier omhoog, maar zijn ogen verraden angst. Het duizelt hem, al die gebouwen die almaar hoger worden en waar de kerktorens vaak al niet meer bovenuit kunnen piepen. Ook het paard lijdt aan desoriëntatie. Als een van de auto’s bruusk inhaalt en het beest afsnijdt, heeft het er genoeg van. Midden op de rijbaan blijft het staan, ter hoogte van de drieëndertigste straat, waar het zicht op de hemel nog niet gehinderd wordt door die kolos van 102 verdiepingen waar ooit een reuzengorilla bovenop zal klimmen. Als een standbeeld staat de koets met paard daar op die kaarsrechte avenue, terwijl links en rechts toeterende T-Fords om het houten ding heen slalommen. Opeens wordt de koetsier heel helder in zijn hoofd. Hij kijkt omhoog naar de torenhoge gebouwen en weet: hij moet juist omlaag. Rustig koppelt hij het paard los van de wagen en neemt plaats op de rug van het dier. Een korte aansporing en het komt in beweging. In galop snelt het de brede verkeersader af en de genummerde zijstraten schieten voorbij, als een lift die langs de verdiepingen van een wolkenkrabber naar beneden suist. Het paard sprint langs en over obstakels, door het oudste deel van de uitdijende stad waar de straatnummers straatnamen worden en het bochtig wordt, voorbij de plek waar de twee allerhoogste torens tot stof zullen vergaan en vervangen zullen worden door nog veel hogere torens, en hup, met een ferme sprong zo het water van de baai in, om samen met zijn berijder in een loodrechte lijn van pakweg min zes verdiepingen direct naar de bodem te zinken, ver weg van de race naar de wolken. 8/12/2020 1 Comment Eerlijk SpelDIT ARTIKEL BEVAT SPOILERS OVER HET VERLOOP EN DE AFLOOP VAN THE QUEEN'S GAMBIT Ik keek naar The Queen’s Gambit, zag hoe de morsige conciërge met zijn priemende ogen het jonge meisje in het weeshuis leerde schaken en hield mijn hart vast. Maar er gebeurde niets, hij leerde haar gewoon schaken en was onder de indruk van haar talent. Een paar jaar later wordt ze geadopteerd en loert haar adoptievader in de auto naar haar door de achteruitkijkspiegel. ‘Daar gaan we weer’, dacht ik, ‘hij gaat haar misbruiken’. Maar er gebeurde niets. Daarna komt haar labiele adoptiemoeder erachter dat ze een groot schaaktalent is en regelt een hotel en een vliegticket naar een schaaktoernooi. ‘Zie je wel’, dacht ik, ‘ze gaat haar exploiteren’. Maar dat gebeurde niet, de moeder bloeit op door met haar dochter op reis te gaan en hun band wordt gaandeweg hechter. Fictie heeft invloed op de werkelijkheid. Sinds The Queen’s Gambit op Netflix te zien is zijn de schaakspellen niet aan te slepen en de servers bij het NK internetschaken voor dames raakten vorige maand overbelast door de enorme animo. De enerverende manier waarop de schaakwedstrijden in beeld worden gebracht en de waanzinnig mooie art direction met die geweldige jaren vijftig- en zestig-decors kunnen niet de enige reden zijn waarom de serie zo’n enorm succes is, het heeft ongetwijfeld ook met de dramaturgische keuzes van de makers te maken. De serie wist me keer op keer te verrassen door juist níet voor de uitbuiting, het misbruik en de ellende te kiezen, maar voor iets anders. Natuurlijk, Beth heeft de nodige obstakels te overwinnen en (innerlijke) demonen om te verslaan – zonder frictie geen drama – maar het voelt nergens uitgemolken of voyeuristisch en blijft in dienst van de overkoepelende thematiek. En gaandeweg besefte ik hoe gehersenspoeld ik was door al die films en series over dit soort personages, die ‘anders’ zijn of een achterstand moeten overwinnen. En dan is Beth ook nog eens een meisje, dus komt er nog de verwachting van seksuele intimidatie (of erger) bij. Je wacht steeds op de klap, de grote blunder of catastrofale fout, maar die blijft in The Queen’s Gambit opvallend genoeg uit. Vorige week verscheen in The New York Times een artikel met de titel 'I Want to Live in the Reality of ‘The Queen’s Gambit’, waarin Carina Chocano beschrijft hoezeer we een serie als deze nodig hebben op dit moment. “Iedereen houdt van een verhaal over transformatie”, stelt Chocano. “Over een underdog die tegenslag overwint, een meisje dat wordt gepest vanwege haar schoenen en dan uiteindelijk een stijlvolle zwaan wordt. Maar blijkbaar houden we nóg meer van een verhaal over bevestiging: een wereld waarin een meisje vrij kan bewegen, onder haar eigen voorwaarden, en waarin ze wordt gerespecteerd vanwege haar strategie en vaardigheid; waarin een vrouwelijk personage succes heeft in een mannenwereld zonder dat ze lastiggevallen, aangerand, genegeerd, uitgesloten, bestolen of vergeten wordt.” De grootste verrassing van de serie is eigenlijk hoe aardig en ondersteunend de meeste mensen in de wereld van The Queen’s Gambit blijken te zijn. Op een paar seksistische opmerkingen na behandelen de mannen (en ook vrouwen) die schaaktalent Beth ontmoet haar met mededogen en respect. En dat ze niet ten onder gaat aan haar verslaving aan drank en pillen, maar die onder controle heeft en uiteindelijk zonder de verdovende middelen blijkt te kunnen – en deze persoonlijke overwinning niet gepaard gaat met melodramatisch klaroengeschal – is ook een welkome variatie. ‘Maak het je personage zo moeilijk mogelijk’ is een gevleugelde uitspraak in scenarioland. The Queen’s Gambit bewijst dat het ook anders kan – dat meer drama, meer problemen, meer ellende niet per se beter is. De laatste aflevering bijvoorbeeld, waarin de mannelijke schakers waar Beth ooit tegen speelde (en uiteraard van won) allemaal samenkomen om haar te helpen en ze van allerlei kanten hulp en ondersteuning krijgt, is werkelijk hartverwarmend. Het warme bad dat de serie biedt is blijkbaar iets waar veel kijkers zich op dit moment graag in wentelen. Chocano weet waarom. “Op dit moment, in een wereld die op zijn kop staat door politieke gebeurtenissen en een pandemie, is dit soort meritocratische fictie iets waar we naar snakken. (...) The Queen’s Gambit biedt de perfecte ontsnapping aan de rare werkelijkheid waar we in leven, door een wereld voor te stellen waarin talent, hard werken en eerlijk spel wordt beloond; waarin iedereen gelijk is en iedereen een kans heeft; waarin macht niet corrupt is, het spel geen doorgestoken kaart is en een winnaar met enthousiasme en erkenning begroet wordt. Het staat mijlenver van onze hedendaagse werkelijkheid, maar wie heeft die werkelijkheid nodig? Wat we op dit moment nodig hebben is iets anders.” Precies. Meer van dit soort sprookjes hebben we nodig, zodat ze uiteindelijk werkelijkheid kunnen worden. 17/1/2020 0 Comments Pulling Power Seksuele intimidatie en seksueel misbruik, het blijft een ingewikkelde en verwarrende kwestie, een slippery slope vol onbegrip, ook bij de slachtoffers zelf, die hun eigen gedrag vaak zelfs niet eens snappen. Want waarom komen ze niet gewoon in actie, stribbelen ze niet tegen of zeggen ze die engnek dan niet simpelweg waar het op staat? In uitgebreide interviews met slachtoffers is die verwarrende, tegenstrijdige dynamiek de afgelopen jaren volop aan bod gekomen, maar een verzameling geschreven woorden op een witte pagina spreekt misschien toch niet voldoende tot de verbeelding. Hoeveel effectiever is het dan als een aantal Hollywood-kanonnen besluit met het onderwerp aan de slag te gaan en de problematiek in volle, gedramatiseerde glorie tot leven te laten komen? Heel effectief, zo blijkt. Bombshell is een mede door Hollywoodster Charlize Theron geproduceerde film over het misbruikschandaal bij Fox News rond zenderbaas Roger Ailes in 2016. Theron zelf speelt Megyn Kelly, een van de anchors van de zender die (nadat haar ex-collega Gretchen Carlson, gespeeld door Nicole Kidman, haar voormalige baas beschuldigd van seksuele intimidatie) onder druk komt te staan om al dan niet uit de school te klappen over haar eigen ervaringen. In deze eerste grote speelfilm over een MeToo-schandaal wordt de werkcultuur bij Fox met veel vaart en met aanvankelijke lichtvoetigheid uit de doeken gedaan. Het is een cultuur waar vrouwelijke presentatoren allemaal op elkaar lijken: ze zijn hoofdzakelijk blond, slank en hun lange benen worden in korte, strakke jurkjes geperst met daaronder hoge stilettohakken, als inwisselbare Barbiepoppen. Wie zich verzet tegen dit beleid, en de avances van Ailes zelf (“het is nu eenmaal zijn soort humor”, vergoelijkt zijn vrouw nog), wordt gekleineerd, gedegradeerd of geëlimineerd. Vernederende scène Het fictieve personage Kayla (Margot Robbie) spreekt op een gegeven moment haar ambitie om presentator te worden uit tegen Ailes, die haar daarop vraagt een rondje voor hem te draaien (“dit is een visueel medium”) en haar vervolgens opdraagt haar jurkje omhoog te schuiven (“nog iets hoger”), tot haar slipje te zien is en hij zich daar hoorbaar zuchtend aan verlekkert. Het is deze uiterst pijnlijke, vernederende scène die het emotionele hart vormt van Bombshell. In slechts een paar minuten tijd wordt een hoopvolle, ambitieuze jonge vrouw gereduceerd tot object, overgeleverd aan de grillen van een machtige man die haar kan maken of breken. The Morning Show, het paradepaardje van Apple’s eigen streamingdienst Apple TV+, heeft een vergelijkbare thematiek; het speelt zich ook af bij een televisiestation en gaat eveneens over seksueel misbruik. The Morning Show kreeg veel publiciteit, het was immers de eerste serie van Jennifer Aniston sinds Friends, en naast Aniston zouden andere Hollywood-zwaargewichten als Reese Witherspoon en Steve Carrell schitteren. En dan was er natuurlijk ook nog dat heikele MeToo-thema, wat The Morning Show als eerste grote Hollywoodproductie tackelde. Veelkoppig monster Waar Bombshell gebruik maakt van ware gebeurtenissen en zelfs archiefmateriaal laat zien, zijn de personages in The Morning Show fictief, al lieten de makers zich wel inspireren door het misbruikschandaal bij de Today Show rond presentator Matt Lauer (die net als Carrells personage Mitch Kessler in zijn kleedkamer schijnbaar een knop onder zijn bureau had waarmee hij de deur van een afstand op slot kon doen). Ook bij The Morning Show, mede-geproduceerd door Aniston en Witherspoon zelf, is de toon opvallend licht, maar komen de schrijnende scènes daardoor des te harder aan. Langzaam wordt het veelkoppige monster dat seksueel machtsmisbruik in stand houdt zichtbaar en wordt duidelijk hoe sluw, rommelig, opportunistisch en verwoestend het is, en hoe dit soort roofdiergedrag zelfs voor de dader een blinde vlek kan zijn. Ook in The Morning Show krijg je als kijker op een gegeven moment die stomp in je maag, als je van dichtbij meemaakt hoe een jonge producer door de oudere, manipulatieve Kessler in een vernederende positie wordt gemanoeuvreerd en daarna voor de onmogelijke keuze komt te staan tussen haar carrière en haar waardigheid. Doordat personages je stap voor stap meenemen in hun verhaallijn en je als kijker het gevoel hebt echt bij ze in de ruimte te staan als ze door hun diepste dal gaan, en je ze recht in de ogen kunt kijken, heeft drama als geen ander het vermogen meer begrip te kweken voor bepaalde mensen en situaties. Aniston, Kidman en co. hebben dat heel goed begrepen. Voorbij de fictieve wereld (Let op: bevat spoilers over de afloop van het eerste seizoen van The Morning Show) In de finale van het eerste seizoen besluiten de twee presentatrices, gespeeld door Witherspoon en Aniston, dat het genoeg is en maken ze de wereld eindelijk deelgenoot van de verwerpelijke praktijken binnen hun zender. En al zijn het twee fictieve personages in een fictieve wereld, de actualiteit van het onderwerp maakt dat de scène veel groter voelt dan alleen die climax. De aankondiging gaat ver voorbij de fictieve wereld en voelt daadwerkelijk als een call to arms. Twee van de grootste Hollywoodactrices spreken zich via hun personages uit over dingen waar ze zich, door the powers that be, nooit echt over hebben kunnen uitspreken – en nog steeds niet echt. Niet over het alledaagse seksisme waar iedere vrouw in meer of mindere mate mee te maken krijgt, de flauwe, maar denigrerende opmerkingen, de objectificatie, de dubbele standaard en zeker niet over het daadwerkelijke misbruik. Maar nu winden ze zich wel degelijk op, veilig achter het masker van hun personage. Vooral Aniston (wier personage gaandeweg verwordt tot een steeds heviger zuchtende, tikkende tijdbom) staat op ontploffen, trillend en rood aanlopend en de kijker recht aankijkend. Het is één grote ontlading van opgekropte frustratie, waarbij de grens tussen fictie en werkelijkheid vervaagt, en precies dát maakt het zo bevredigend om naar te kijken. Het is een directe oproep aan de kijker om actie te ondernemen. "Just march on", zingt Benjamin Clementine niet voor niets over de begintitels van elke aflevering. Het voelt als een glorieuze overwinning op de Weinsteins en Ailes van deze wereld en alle mensen die hen vanwege zakelijke belangen de hand boven het hoofd hielden. Ik moest me in ieder geval inhouden om niet op de bank te gaan springen van opwinding. Het is pulling power op zijn best, en eindelijk zijn het ook Hollywoodvrouwen die aan de touwtjes kunnen trekken. Aan het einde van Bombshell zit ook zo'n fictie-overstijgende scène. Nicole Kidmans personage Gretchen Carlson heeft haar zaak gewonnen en richt zich direct tot de kijker. "Ik was de eerste, maar hopelijk zeker niet de laatste", zegt ze veelbetekenend. Deze Hollywoodvrouwen trekken niet alleen aan de touwtjes, maar trekken ook meteen het tapijt onder bepaalde giftige types vandaan die denken er nog ongehinderd mee weg te kunnen komen. Bombshell draait sinds 16 januari in de bioscoop en The Morning Show is te zien op Apple TV+. 20/5/2019 0 Comments kort verhaalJongen + pistool + meisje De jongen, voor altijd negen gebleven, zoals alle jongens, liep er gloeiend van opwinding mee te zwaaien. Kijk eens hoe mooi het PANG! zei, of nog beter: KABOEM! of zelfs RATATATATATATAT! Kijk eens hoe prachtig je er mensen mee kapot kan schieten; tientallen, nee honderden tegelijk. Kijk eens hoe hard en glimmend, kijk eens hoe geil, kijk eens wat een kracht, wat een pijn, wat een destructie, kijk – ‘Genoeg’, zei het meisje en flikkerde het ding zo het ravijn in. 9/10/2018 0 Comments don't let it go outDe enorme schermen vertonen beelden van Europese steden in puin, in of vlak na de tweede wereldoorlog, vergezeld door de stem van Charlie Chaplin in The Great Dictator, die ons vertelt dat de wereld verloren zal zijn zonder menselijkheid en vriendelijkheid. Wij, de mensen, hebben uiteindelijk de macht om onszelf te bevrijden van wrede dictators, zegt hij. Beelden van de Donald Trump-ballon worden afgewisseld met die van Europese vlaggen. ‘We moeten vechten’, schreeuwt Chaplins personage ten slotte, ‘zodat we één kunnen worden.’ Tot zover de indrukwekkende proloog van U2’s eXPERIENCE + iNNOCENCE-concert in de Ziggo Dome gisterenavond. De band zelf verschijnt vervolgens tussen de twee schermen en start The Blackout, een donker nummer van het meest recente album dat zowel verwijst naar de staat van de wereld als die van Bono’s gezondheid. Normaal gesproken zijn U2-concerten niets minder dan een euforische viering van geloof, hoop en liefde, zoals ik eerder al beschreef. Zo niet gisteren. Aanvankelijk dacht ik dat de reden dat de gehele zaal niet en masse ten hemelen opsteeg lag aan het feit dat de band hier iets meer dan een jaar geleden nog stond, dat er daarom niet genoeg momentum was gecreëerd. Ook, en misschien in het verlengde daarvan, leken de bandleden vermoeid en uitgeblust. Natuurlijk, er waren momenten van bevlogenheid, maar een zorgvuldig opgebouwde set die uiteindelijk leidt tot een orgastische climax van mega-hits, uit volle borst meegebruld door duizenden stemmen, ontbrak dit keer. Veel hits werden al vroeg in de set gespeeld en zelfs tijdens One, meestal een van de hoogtepunten en normaliter aanjager van een indrukwekkende zee van telefoonlichtjes, bleef het warme gevoel grotendeels uit. Op de tribunes waren slechts een handvol lampjes zichtbaar. Het is ook niet gemakkelijk om in vervoering te raken, zeker niet bij de aanblik van agressieve neonazi’s, vluchtelingen in gammele bootjes en de cynische terugkeer van Bono’s alter-ego MacPhisto met zijn duivelsoortjes. ‘Als je niet gelooft dat ik besta, doe ik mijn beste werk’ meldt hij grimmig. De boodschap is overduidelijk: als we niet ten strijde gaan tegen de opkomst van populisten en fascisten, is de eenheid die we middels de Europese Unie lange tijd hadden ten dode opgeschreven, met desastreuze gevolgen. Dit is het kwaad, lijkt de band te willen zeggen. Niet wegkijken, blijf het recht in de ogen kijken. Het is zware kost, maar het zijn dan ook zware en verwarrende tijden, ook voor een band als U2. Zo zwaar en onheilspellend, dat een soberder decor zonder al te veel toeters en bellen gepast is, en er geen reden is voor groot feest of euforie. Zo zwaar zelfs, dat U2 de hoop lijkt te hebben opgegeven. Bono is het strijden tegen de duisternis moe, en – hij hintte er tijdens de vorige tour al op – er is nog maar één oplossing mogelijk: Women of the World Take Over. Mannen maken er al eeuwenlang een destructieve puinhoop van; het is tijd dat de vrouwen het stokje overnemen. Pas aan het einde van deze donkere reis wordt bij het laatste nummer, het ingetogen 13 (There is a Light), een klein sprankje hoop geboden – een heel klein sprankje maar. De zaal is slechts spaarzaam verlicht als Bono zingt: I know the world is done But you don't have to be I've got a question for the child in you before it leaves Are you tough enough to be kind? Do you know your heart has its own mind? Darkness gathers around the lights Hold on Hold on There is a light We can't always see If there is a world We can't always be If there is a dark That we shouldn't doubt And there is a light Don't let it go out Ondertussen haalt hij uit de maquette die zijn ouderlijk huis moet voorstellen een grote gloeilamp aan een touw, die we bij het begin van de spiegeltour iNNOCENCE+eXPERIENCE ook al zagen, en geeft hem een zwieper. De eenzame lamp wiegt heen en weer terwijl Bono al zingend verdwijnt tussen het publiek. En dan, opeens, zonder dat de band gedag heeft gezegd, is het concert afgelopen. Het was een onbevredigende en weinig troostrijke afsluiting. Vurig hoopte ik dat de lamp voor altijd zou blijven branden, als teken dat het allemaal goed zou komen met de wereld. Maar uiteindelijk, toen de zaal al bijna leeg was, ging hij alsnog uit. 14/4/2017 0 Comments Gekmakende leegteVoor wie bekend is met het werk van William Shakespeare, roept de naam Lady Macbeth direct een beeld op van een doortrapte vrouw die haar man uit blinde ambitie en meedogenloze eerzucht aanzet tot een gruwelijke geweldsorgie en daar ten slotte zelf aan onderdoor gaat. De film Lady Macbeth gaat niet over de beruchte Schotse koningsvrouw uit Shakespeares tragedie, maar is gebaseerd op de novelle uit 1865 van de Russische schrijver Nikolaj Leskov; Lady Macbeth uit het district Mtsensk. Daarin wordt de jonge Katerina uitgehuwelijkt aan de veel oudere zoon van een fabriekseigenaar. Regisseur William Oldroyd verplaatste het verhaal naar het Victoriaanse Groot-Brittannië, waar Katherine min of meer verkocht wordt aan Alexander Lester, met als belangrijkste taak het zorgen voor nageslacht. Katherine moet binnen blijven, als een vogel opgesloten in een kooi van korsetlinten, hoepeljurken en strak ingevlochten haar. Zittend op de bank verslijt ze haar dagen. Ze verveelt zich zo gruwelijk dat ze constant zit te knikkebollen. Op de eerste huwelijksnacht laat ze zich naakt keuren door haar echtgenoot, maar aanraken doet hij haar niet. De jonge vrouw laat het aanvankelijk allemaal stoïcijns over zich heenkomen, maar in haar ogen glinstert dan al iets trots en opstandigs. Nee, Katherine is geen typische kostuumdrama-deerne. Dat soort vrouwen slikt gevoelens in, beheerst zich en doet deemoedig wat haar verteld wordt, maar dit vogeltje laat zich niet zomaar kooien. Als Alexander weg moet voor zaken en Katherine in contact komt met de warmbloedige stalknecht Sebastian, breekt ze los uit haar kooi. Het meisje blijkt geen vogel, maar een roofdier. Een niets ontziende lust en woeste verliefdheid maakt zich van haar meester en een ieder die in de weg staat moet het veld ruimen, desnoods met grof geweld. Oldroyd vertelt hele verhalen met slechts een paar blikken of handelingen. In de openingsscène is de nieuwsgierige manier waarop Katherine tijdens haar huwelijk naar de man naast haar (en diens vader) kijkt, genoeg om je te vertellen dat zij deze mensen daar pas voor het eerst ziet. Een hand op een buik, een gesmoorde schreeuw achter een deur, het tergend lange getrappel van een klein jongetje in doodsnood – het is voldoende om als kijker deelgenoot te worden van de steeds groter wordende gat dat de jonge Katherine voor zichzelf graaft. Als negentiende-eeuwse vrouw kon je geen kant op, welke weg je ook koos. Katherine schuwt het geweld net zo min als de vervloekte koningin aan wie de film zijn titel ontleent. Net als Lady Macbeth laat ook deze vrouw een spoor van vernieling achter. Toch kun je als kijker aanvankelijk nog sympathie opbrengen voor Katherine’s daden – alles beter dan die gekmakende leegte. Maar ze overspeelt haar hand en offert zelfs diegene waar ze het allemaal voor deed. Uiteindelijk blijft ze alleen achter op diezelfde bank waar ze eerder in slaap sukkelde. De kooi mag dan weg zijn, het net heeft zich evengoed gesloten. Lady Macbeth draait sinds gisteren in de bioscoop. 6/4/2017 0 Comments 333 pagina'sVandaag werd bekend dat zeventien Amerikaanse staten een rechtszaak hebben ingediend tegen het klimaatdecreet van president Trump. Volgens deze staten is de regering wettelijk verplicht de CO2-uitstoot terug te dringen omdat het belang ervan wetenschappelijk is aangetoond. Maar wat zijn feiten waard als die door anderen slechts als mening worden gezien? Twintig jaar geleden moest een vier jaar durende rechtszaak uitsluitsel geven over de Holocaust – had die nu wel of niet daadwerkelijk plaatsgevonden? De rechtszaak was aangespannen door de Britse auteur David Irving tegen een Amerikaanse collega, Deborah Lipstadt, en haar uitgeverij Penguin Books. Lipstadt had volgens Irving, een overtuigd Holocaustontkenner, ten onrechte beweerd dat hij een leugenaar en een vervalser van feiten was. Volgens de Britse wet was het nu aan Lipstadt om te bewijzen dat ze gelijk had. Uiteindelijk oordeelde de rechter in een document van maar liefst 333 pagina’s dat Irving de feiten in zijn boeken inderdaad systematisch verdraaid had en werd de ontkenning van de Holocaust daarmee juridisch de nek omgedraaid. Deze taaie materie is nu door regisseur Mick Jackson en scenarist David Hare (The Hours, The Reader) verfilmd als rechtbankdrama met Rachel Weisz als Lipstadt en Timothy Spall als Irving. Weisz zet de Holocaustdeskundige uit Queens, New York neer als een pittige, assertieve dame die zich de kaas niet van het brood laat eten en er dan ook moeite mee heeft dat ze haar lot (en daaruit voortvloeiend ook dat van talloze Holocaust-overlevenden) in de handen van een team Britse advocaten moet leggen, die haar zelf niet willen laten getuigen en ook geen slachtoffers aan het woord willen laten. In een gesprek met Richard Rampton (Tom Wilkinson), de advocaat die namens haar het woord doet, vraagt die haar echter haar gevoelens opzij te zetten en haar geweten over te dragen aan hem. “What feels best is not necessarily what works best” stelt hij. Lipstadt is niet per se een aimabel personage, maar dat hoeft geen probleem te zijn, al wordt haar heldenstatus er soms wel wat opzichtig ingehamerd (zo stopt ze tweemaal tijdens een hardlooprondje bij het standbeeld van Boadicea, de Keltische koningin die de opstand tegen de Romeinen leidde, en wordt aan het einde zelfs de indruk gewekt dat haar eigen prestatie vergelijkbaar is met die van verzetshelden in de Tweede Wereldoorlog). Wat verder opvalt, is de stijlbreuk die de scènes in Auschwitz vormen met de rest van de film. Heel kort zijn daar schimmen te zien uit het verleden, van mensen die de trappen naar de gaskamers af gaan en gillen als het gas wordt opengedraaid. Alsof de horror van de Holocaust toch nog een gezicht moest krijgen, alsof er een emotionele tegenhanger moest zijn voor de kale feiten in de rechtszaal. Voordat hij uitspraak gaat doen heeft de rechter in de film nog één vraag voor Lipstadts advocaat Rampton: ‘Wat nou als meneer Irving volledig gelooft in zijn eigen feiten? Als hij zijn eigen overtuiging als waarheid ziet? Heeft hij dan nog wel schuld?’ Denial is vooral een film over feiten versus emoties en gevoelens, een web waarin we steeds heviger verstrikt raken, alsof die 333 pagina’s nooit bestaan hebben. Dit maakt Denial een hoogst actuele en relevante film, over een narcistische populist (die na zijn juridische nederlaag doodleuk verkondigde dat de rechter het bij het verkeerde eind had) en zijn tegenstanders die pleitten voor de kale feiten en het wetenschappelijk bewijs. David Irving wint de laatste tijd overigens weer rap aan populariteit op internet, waar zijn theorieën gretig aftrek vinden. Het mag geen verrassing heten dat hij fan is van Donald Trump. Denial draait vanaf vandaag in de bioscoop. Afgelopen vrijdag ging ik voor de tweede keer naar Manchester By The Sea, omdat sommige films nu eenmaal meerdere kijkervaringen nodig hebben. Manchester By The Sea is zo’n film.
Casey Affleck speelt Lee Chandler, een klusjesman. Hij repareert kranen, elektrische apparaten, verhelpt lekkages, ontstopt het toilet, zodat alles weer functioneert zoals het moet. Kapotte dingen zijn immers nutteloos en leiden alleen maar tot chaos en irritatie. Maar hoe zit dat met kapotte mensen? Lee Chandler leeft geïsoleerd, hij bemoeit zich met niemand en duldt geen bemoeienis van anderen. Als hij al contact met iemand heeft, is dat op een negatieve manier. Een onbeschofte opdrachtgever krijgt een grote bek terug en de enige echte confrontaties in zijn leven bestaan uit vechtpartijen in de kroeg, die hij in een dronken waas zelf uitlokt. Dat hij een man met een Verhaal is, wordt al snel duidelijk. ‘Is dat dé Lee Chandler?!’ fluistert men over hem als hij door de dood van zijn broer gedwongen wordt terug te keren naar de plek waar hij vandaan komt. Er doen geruchten de ronde en hij wordt gewantrouwd. In kundig geplaatste flashbacks wordt langzaam onthuld wat er in het verleden is gebeurd. Lee heeft een inschattingsfout gemaakt met catastrofale gevolgen. Als een lasso slaat het noodlot toe, trekt Lee in één ruk aan zijn voeten onderuit en keert zijn leven binnenstebuiten. In je bioscoopstoel weerloos toe moeten zien hoe dat precies gebeurt en hoe Lee reageert in de nasleep ervan – het is alsof je hart langzaam maar resoluut wordt fijngeknepen. Regisseur en scenarist Kenneth Lonergan vertelt het zonder opsmuk, zonder effectbejag, zelfs met humor. Het onderstel van een brancard dat te midden van de diepe ellende maar niet in wil klappen; het paniekerig zoeken naar een overgaande telefoon tijdens een begrafenis. Het contrast met de vrolijke, liefdevolle Lee van voorheen en de levende dode die hij is geworden, is schrijnend. Hij is als een gewond dier dat niet wil dat iemand dichterbij komt. Hij wil onzichtbaar zijn, simpelweg verdwijnen. Niemand mag ook maar in de buurt komen van een gesprek, bang als hij is dat iemand hem lek prikt en al die diepdiepzwarte materie eruit komt gutsen en maar blijft stromen. Hij wil de pijn binnen houden, veilig in het gat dat hem wegvreet van binnen. Tegelijkertijd moet de haat binnenin gevoed worden door haat van buitenaf. Lee verdient klappen, hij moet gestraft worden voor zijn fout. Kenneth Lonergan weigert een makkelijke uitweg uit deze ellende. De druk vanuit de financiers om de film positiever te eindigen was groot. Maar Lonergan hield voet bij stuk: ‘Some people have these things happen to them and they can’t get over it and I think those people deserve a movie too.' ‘I can’t beat it’, zegt Lee uiteindelijk tegen de zoon van zijn overleden broer als die hem confronteert met zijn onvermogen voor hem te komen zorgen. Het monster is te groot. Lee Chandler kan bijna alles repareren, maar zichzelf niet. |